Uit onderzoek van Scaliq en het ministerie van Onderwijs blijkt dat hoogbegaafdheid bij basisschoolkinderen vaak niet wordt herkend. Slechts de helft van de hoogbegaafde kinderen wordt opgemerkt, waarbij herkenning sterk afhangt van sociaaleconomische en etnische factoren. Hoogbegaafde meisjes met een niet-westerse achtergrond en lage sociaaleconomische status worden vier keer minder vaak herkend dan jongens uit rijkere milieus. Het onderzoek toont dat kinderen uit kansarme omgevingen vaker worden onderschat. Voorbeelden illustreren dat een Europese jongen vaker als hoogbegaafd wordt herkend dan een meisje met een migratieachtergrond. Ook de geboortemaand beïnvloedt de perceptie van leraren, waarbij oudere kinderen vaak slimmer worden geschat. Scaliq benadrukt het belang van bewustzijn van deze vooroordelen voor passend onderwijs.